-
1 geloof
1 [vertrouwen in de waarheid van iets] faith, belief ⇒ trust2 [vertrouwen op God(s woord)] faith5 [vertrouwen van anderen, krediet] trust♦voorbeelden:ergens geloof aan hechten • give/attach credence to something, believe something2 geloof, hoop en liefde • faith, hope and charityeen vurig geloof in God • ardent faith in Godeen geloof dat bergen kan verzetten • a faith that can move mountainshet geloof in reïncarnatie • belief in reincarnationgeloof in de mensheid hebben • have faith in humanityhet ware geloof • the true faith, the Faithzijn geloof belijden/verzaken/afzweren • profess/renounce/forswear one's faith5 op goed geloof aannemen • accept/take on trust/ in good faith -
2 geloven
v. believe, have faith in; trust, have confidence in; think, reckon -
3 geloven
2 [+ aan] believe (in)♦voorbeelden:in zichzelf geloven • believe in oneself2 je zult eraan moeten geloven • 〈 het toch moeten doen〉 you'll (just) have to, you'd better face (up to) it; 〈 moeten sterven〉 you've had it, your number is upik geloof van niet • I don't think so, I think notII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 zijn ogen/oren niet kunnen/durven geloven • not dare to believe one's eyes/ears〈 ironisch〉 kun je geloven! • don't you believe it!je kunt me geloven of niet • believe it or notgeloof dat maar • you take my word for itgeloof je dat zelf? • come off it!geloof maar gerust dat ze er spijt van heeft • you can take it from me that she is sorrygeloof dat maar niet! • don't you believe it!niet te geloven! • incredible!iemand op zijn woord geloven • take someone at his wordik geloof er niets van • I don't believe a (single) word of itik geloof het verder wel • I think I'll pack it in -
4 geloof in de mensheid hebben
geloof in de mensheid hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > geloof in de mensheid hebben
-
5 vertrouwen hebben in de toekomst
vertrouwen hebben in de toekomstVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vertrouwen hebben in de toekomst
-
6 vertrouwen
vertrouwen1〈 het〉♦voorbeelden:iemands vertrouwen genieten • enjoy someone's confidenceik heb er weinig vertrouwen in • I'm not very optimisticvertrouwen hebben in de toekomst • have faith in the futurede regering kreeg het vertrouwen van de Kamer • the government got the support of the Chamberiemand zijn vertrouwen schenken • put one's trust in someonevertrouwen wekken • inspire confidencevol vertrouwen zijn • be confidentiemand in vertrouwen nemen • take someone into one's confidencegoed van vertrouwen zijn • be (too) trusting————————vertrouwen21 trust♦voorbeelden:hij is niet te vertrouwen • he is not to be trustedik vertrouw erop dat … • I trust that …op zijn intuïtie vertrouwen • trust one's intuitionop God vertrouwen • trust in Godiemand voor geen cent vertrouwen • not trust someone an inch -
7 vast
5 [onwankelbaar] firm6 [onbetwijfelbaar] fixed7 [onveranderlijk] fixed9 [compact] solid13 [niet slap] firm, solid♦voorbeelden:dat staat zo vast als een huis • it's as sure as death and taxes2 vast raken • get stuck/caught/jammedhet schip raakte vast in het ijs • the ship got stuck/caught in the ice3 vast omlijnd • definite, clear-cut4 met vaste hand • with a steady/sure handvast in de leer • firm of faithvaste inkomsten • a fixed/regular incomeeen vaste verbinding • a regular connection8 vast adres/tehuis • fixed address/settled homeeen vaste betrekking • a permanent positionde vaste kern (van het personeel) • the permanent staff9 vast voedsel, vaste spijzen • solid food/fare14 een vaste afspraak • a standing arrangement/agreementeen vast gebruik • a (set) customeen vaste regel • a fixed/set ruleII 〈 bijwoord〉1 [stellig] certainly ⇒ for certain/sure2 [alvast] for the time being/the present♦voorbeelden:vast en zeker • definitely, certainlyjij bent er vast van op de hoogte • you must have heard of it2 begin maar vast met eten • go ahead and eat/start eatingik ben maar vast begonnen • I thought I might as well start -
8 een onvoorwaardelijk geloof in iemand hebben
een onvoorwaardelijk geloof in iemand hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een onvoorwaardelijk geloof in iemand hebben
См. также в других словарях:
have faith — index opine Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
have faith in — index confide (trust), rely, trust Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
Got to Have Faith — Infobox Single Name = Got to Have Faith Caption = Artist = Europe from Album = Start from the Dark A side = B side = Settle for Love Released = September 15, 2004 Format = CD single Recorded = Genre = Hard rock Length = 3:10 Label = Sony Writer … Wikipedia
Faith healing — Faith healer redirects here. For the play by Brian Friel, see Faith Healer. Faith healing is healing through spiritual means. The healing of a person is brought about by religious faith through prayer and/or rituals that, according to adherents,… … Wikipedia
Faith — is a belief in the trustworthiness of an idea. Formal usage of the word faith is usually reserved for concepts of religion, as in theology, where it almost universally refers to a trusting belief in a transcendent reality, or else in a Supreme… … Wikipedia
Faith and rationality — are two modes of belief that exist in varying degrees of conflict or compatibility. Faith is belief in inspiration, revelation, or authority. Rationality is belief based on reason or evidence.Broadly speaking, there are three categories of views… … Wikipedia
faith — [feɪθ] noun [uncountable] 1. confidence that someone or something can be trusted or will work properly: faith in • We have faith in our staff. • Don t put too much faith in competition … Financial and business terms
faith — W2 [feıθ] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(trust/confidence in somebody/something)¦ 2¦(religion)¦ 3 break faith with somebody/something 4 keep faith with somebody/something 5 good faith 6 bad faith 7 an act of faith ▬▬▬▬▬▬▬ [Date: 1200 1300; : Old French; Origin:… … Dictionary of contemporary English
faith — [ feıθ ] noun *** 1. ) uncount strong belief in or trust of someone or something: have faith in: I m delighted to know you have such faith in me. lose faith in: The public have lost faith in what the government is doing. put your faith in… … Usage of the words and phrases in modern English
Faith in Christianity — Christianity, faith, like in other Abrahamic faiths, centers on a belief in God, a belief in the reality of a transcendent domain that God administers as his kingdom, and in the benevolence of God s will or plan for humankind.Christianity differs … Wikipedia
faith — /fayth/, n. 1. confidence or trust in a person or thing: faith in another s ability. 2. belief that is not based on proof: He had faith that the hypothesis would be substantiated by fact. 3. belief in God or in the doctrines or teachings of… … Universalium